Voedingsvezels als middel tegen depressie?

Een hogere inname van voedingsvezels is in verband gebracht met een lager risico op depressie bij vrouwen die in de eerste fase van de overgang zitten (premenopauze). Dit kwam naar voren in een onderzoek dat recent is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrijf Menopause.

Wat zijn voedingsvezels?

Voedingsvezels, of kortweg vezels, zijn koolhydraten die niet door onze darmen verteerd kunnen worden (Voedingscentrum). Vezels bestaan in verschillende soorten en maten. Ze zitten met name in groenten, fruit, volkoren graanproducten, peulvruchten en noten. Ze zijn belangrijk voor de gezondheid omdat ze bijdragen aan een goede stoelgang, ze geven een verzadigd gevoel na het eten en verminderen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker.

Vezelinname Nederland

Helaas krijgen we er gemiddeld in Nederland veel te weinig van binnen. De gemiddelde vezelinname van mannen is 22 gram/dag en die van vrouwen 18 gram/dag, blijk uit de Voedselconsumptiepeiling 2012-2016. De dagelijks aanbevolen hoeveelheid van voedingsvezels is 30 gram voor vrouwen en 40 gram voor mannen. Hier valt dus nog veel gezondheidswinst te behalen.

Onderzoeksmethode

Aan het onderzoek namen 5.800 vrouwen van verschillende leeftijden deel en in verschillende fasen van de overgang, oftewel menopauze (premenopauzaal of postmenopauzaal). Voor alle vrouwen was de vezelinname berekend met de 24-uurs recall methode. Bij deze methode wordt er van de afgelopen 24 uur uitgevraagd wat iemand heeft gegeten. Het al dan niet hebben van depressie werd bepaald met de Patient Health Questionnaire-9.

Verschil in vezelinname

Uit de data-analyse blijkt dat in de premenopauzale groep de vezelinname hoger is bij de groep vrouwen zonder een depressie dan de groep vrouwen met een depressie. In de groep postmenopauzale vrouwen was dit verschil niet waargenomen. Een verklaring die hiervoor wordt genoemd is dat er in de postmenopauzale fase minder van het hormoon oestrogeen wordt aangemaakt dan in de premenopauzale fase.

Connectie tussen darmen en hersenen

Een deel van het verband tussen voedingsvezels en depressie kan volgens de onderzoekers verklaard worden door verbindingen tussen de darmen en hersenen. Veranderingen in de darmflora (samenstelling van bacteriën in de darmen) zou de neurotransmissie kunnen beïnvloeden. En vezels veranderen de hoeveelheid en variëteit van de darmflora.

Vezels in groenten en fruit

Je moet natuurlijk veel variëren met groenten en fruit maar er zijn een aantal soorten waar veel vezels in zitten. Er zitten bijvoorbeeld relatief veel vezels in broccoli (2,7 g per 100 g), frambozen (2,5 g per 100 g), pastinaak (4,9 g per 100 g), doperwten (4,7 g per 100 g) en blauwe bessen (2,4 g per 100 g). Dit zijn goede bijdragen om de dagelijkse vezelinname op te krikken.

 

Bron: NAGF